Nieuws

 

Klik hier om de AGENDA te raadplegen.

 


Heb je altijd al eens de Boerentoren, de Zeevaartschool of de Politietoren van dichtbij willen bekijken? Zonder helikopter of verrekijker dan, maar vanop de begane grond? Die kans krijg je op de uitzonderlijke tentoonstelling over historische Antwerpse maquettes in de Gildekamersstraat. Tientallen maquettes illustreren er de grote etappes van de Antwerpse bouwgeschiedenis van de 19de eeuw tot nu. Het Architectuurarchief van de provincie Antwerpen biedt met 'Modellenwerk. Antwerpse maquettes uit de 19de en 20ste eeuw' niet enkel een andere kijk op de gebouwde omgeving, maar laat je ook een ruime selectie van zijn meest gekoesterde schatten zien.

Voor AVBG-sympathisanten voorzien we dit najaar een exclusief bezoek onder begeleiding van co-organisator en AVBG-bestuurslid Stefaan Grieten.

Adres: Toekomstig museum voor Edelsmeedkunst, Juwelen en Diamant, Gildekamersstraat 5 - 2000 Antwerpen.

Open van dinsdag tot en met zondag van 10 tot 12.30 uur en van 13 tot 17 uur. Op Open Monumentendag op 14 september doorlopend open van 10 tot 18 uur.

Gratis toegang.

 


De vereniging voor funeraire grafkunst Epitaaf vzw is op zoek naar een collectieregistrator. Epitaaf is een vrijwilligersorganisatie die zich inzet voor het behoud van het funerair erfgoed. Ze is gevestigd in het voormalige grafbeeldhouwersatelier Salu, gelegen aan de ingang van het kerkhof van Laken.

Solliciteren kan tot 15/03/2014.

Meer informatie vind je hier.


Op donderdag 9 mei 2013 werd door AVBG- bestuurslid Jerry Driesen de blauwe hardstenen poortomlijsting aan de Boterhamstraat 1 blootgelegd. Eerder verschenen op deze website hierover al het artikel Verborgen gotiek in de Boterhamstraat (artikel nr. 7, verschenen op 11 november 2012) en het nieuwsbericht Gevonden gotiek in de Boterhamstraat (geplaatst op 7 december 2012). Na een verscholen bestaan van ruim 110 jaar is deze opmerkelijke poortomlijsting nu opnieuw zichtbaar in het straatbeeld.


In totaal bleven 13 steenblokken bewaard, vijf van de linker opstand en 8 van de boog. Op één segment na, het onderste aan de rechterkant, is de boog dus intact gebleven. Zoals volgens de bouwaanvraag uit 1902 was te verwachten is de rechter opstand compleet verdwenen in functie van de toen aangebrachte deuropening. Een restant van het basement of de sokkel van de linker opstand kon tot nu toe nog niet waargenomen worden. Mogelijk zijn hiervan wel nog sporen zichtbaar aan de binnenzijde van de muur of onder het maaiveld.

Aan de binnenste rand is de poortomlijsting voorzien van een kwartholprofiel. In deze fase van het onderzoek kon noch de dagkant, noch de binnenzijde van de constructie verder blootgelegd worden. Eventuele dieperliggende profileringen of (negatieve) gebruikssporen konden dus nog niet geregistreerd worden. Evenmin zijn al groevemeestermerken, die een exactere datering mogelijk kunnen maken, ontdekt.

Het volledige voorvlak van de steenblokken is ruw afgevlakt met een puntbeitel, wat een betere hechting van de gevelbepleistering mogelijk maakte. Het valt niet te achterhalen of deze ingreep ook dateert uit 1902 of al vroeger geschiedde. Door deze ingreep verdwenen mogelijk (een) uit het gevelvlak stekende waterlijst(en). Helaas laat het ruw afgevlakte voorvlak het niet toe om het vroegere bestaan daarvan te bevestigen.

Als bij wonder bleef wel de verheven schildvorm op de sluitsteen bewaard. Het vroegere uitzicht van dit opmerkelijke detail blijft echter een vraagteken. Er zijn geen sporen waarneembaar die een afgehouwen sculpturale vormgeving of inscriptie verraden. Resten van een beschildering of opschrift zijn evenmin waar te nemen. Het meest waarschijnlijke zal ofwel een afbeelding van het stadswapen, ofwel een volgnummer geweest zijn.

Het doorlopende kwartholprofiel vertoont op enkele plaatsen nog pakketjes van opeenvolgende afwerkingslagen. Een stratigrafisch kleuronderzoek behoort tot de mogelijkheden.

Binnen de poortomlijsting werd ook een blauwe hardstenen latei blootgelegd. Deze latei is een relict van het poortje dat op een bouwplan uit 1939 afleesbaar is. De deuropening die in 1902 werd gecreëerd en de afbraak betekende van de rechter opstand, was op dat moment al terug dichtgemetseld. Het blijft overigens tot nu toe onopgehelderd waarom de deuropening van 1902 precies op de plaats van die rechter opstand van de poort werd gemaakt? Achter de muur was een open binnenkoer, indien men de deuropening een klein beetje naar links plaatste, had men deze volledig binnen de opvulling van de oude poort kunnen maken. Op die manier had men zich de moeite kunnen getroosten om de zware blokken blauwe hardsteen uit te breken. Er moet dus een reden geweest zijn om de deuropening uitgerekend daar te creëren, maar tot dusver blijft het waarom onduidelijk.

Vele vragen blijven dus nog steeds onbeantwoord, maar de aanwezigheid van de poortomlijsting is nu definitief bevestigd. Toekomstig onderzoek zal hopelijk meer klaarheid brengen aangaande de exacte functie en het gebruik van de poort en het achterliggende terrein in relatie tot de onderliggende rui.

De toekomst van de poortomlijsting is alvast verzekerd. De eigenaar van het gebouw plant in de toekomst de toegang tot het in het gebouw gevestigde privémuseum te laten geschieden langs de poort. Een prachtig vooruitzicht alvast.
Wordt opnieuw zonder twijfel vervolgd…

(Tekst: Jerry Driesen)
 


Ongeveer gelijktijdig met de publicatie op de AVBG-site van het artikel gewijd aan de kaken op het grondgebied van de stad Antwerpen (Artikel nr. 11, Tot sieraad dezer heerlijkheden: de kaken in het Antwerpse herbekeken) verdween de in het artikel besproken Merksemse kaak uit het straatbeeld.

Deze vroeg achttiende-eeuwse blauwe hardstenen kaak werd omwille van de nakende herprofileringwerken van de Bredabaan en het Burgemeester Jozef Nolfplein eind februari gedemonteerd en overgebracht naar de Openluchtmuseum Middelheim. Momenteel kan de geïnteresseerde museumbezoeker de losse onderdelen bewonderen in de bekende vergeethoek van het openluchtmuseum. De verzamelplek voor Antwerpse monumenten die telkens weer ‘vergeten’ worden in de planningsfase voor de heraanleg van hun oorspronkelijke standplaats in het openbaar domein. De Merksemse kaak bevindt zich er dus in het goed gezelschap van o.a. Koperen Lo ofte De Franse Furie (Kipdorpbrug, 1885, door Georges Geefs), Burgemeester Leopold de Wael (Franklin Rooseveltplaats, 1897, door Frans Joris), Rossini (Harmoniepark, 1873, door Jacques de Braekeleer), enzovoort.

 
 
 

Men kan zich terechte vragen stellen bij de hier toegepaste methode voor het behoud van dit cultuurgoed. Tijdens een plaatsbezoek op 4 maart 2013 kon in vele scheuren en breuklijnen ijsvorming vastgesteld worden. Indien tegen de volgende winter hiertegen geen maatregelen worden genomen zal bijkomende schade onvermijdelijk zijn. Werd er overigens een conditierapport opgesteld voor en na de ontmanteling?

Feit is wel dat hier een unieke kans geboden wordt om eens een gedemonteerde kaak van dichtbij te bestuderen. Jammer genoeg kan op geen van de thans zichtbare vlakken een groevemeestermerk aangetroffen worden. Het oppervlak van de authentieke onderdelen is daarvoor te verweerd. Te midden van de losse onderdelen lijkt het alsof het beeld van de apostel Bartholomeus, met zijn getrokken slagersmes, als beschermheilige bijna letterlijk de ontmantelde kaak staat te beschermen. Op het beeld of de voetplaat is geen signatuur aan te treffen. Wel is duidelijk de datering ‘1846’ leesbaar, wat het beeld dus iets jonger maakt dan de in de literatuur voorkomende datering 1840.

De vraag die rest is wat de toekomst voor deze kaak zal brengen?Als unieke en waardevolle getuige van de verder zo goed als volledig verdwenen oude dorpskern kan de kaak schijnbaar op weinig aandacht van de beleidsmakers rekenen. In al de door de Stad Antwerpen verzorgde communicatie rond de heraanleg van de Bredabaan en het Burgemeester Jozef Nolfplein (hier te consulteren) ontbreekt in elk geval elke verwijzing naar dit kleine monument. Op enkele vroege presentaties is op een plan voor de Sint-Bartholomeuskerk, in het verlengde van de as van de Frans de l’ Arbrelaan, wel een octogonale stip zichtbaar die vermoedelijk de kaak aanduidt.

Enigszins verontrustend is wel dat deze ‘stip’ uiteindelijk verdwenen is op de presentatie die het definitieve ontwerp moet voorstellen. (bekijk hier de presentatie) Ook op de infoborden die de burger in het straatbeeld moeten informeren over het eindresultaat na de heraanleg is er van de kaak geen spoor meer te bekennen.

Een kleine vergetelheid van de planmakers of opnieuw een uiting van een gebrek aan aandacht voor het aanwezige niet beschermde erfgoed van deze stad? Hopelijk is onze bezorgdheid nodeloos, doch de huidige locatie van de Merksemse kaak zet alvast aan tot alertheid.

Jerry Driesen
 


Op 10 december 2012 werd het langverwachte bestuursakkoord 2013-2018 voor de stad Antwerpen voorgesteld. In het akkoord, onder meer onder de punten 5.2. 'cultuur' en 5.3. 'monumentenzorg' (zie hieronder), opvallend veel aandacht voor het Antwerpse onroerend erfgoed. Het bestuur van de AVBG kan deze ontwikkeling alleen maar toejuichen. Wij hopen dat het nieuwe stadsbestuur de komende zes jaar haar beloften werkelijk omzet in daden. Uiteraard zullen wij niet nalaten deze papieren beloften en het concrete erfgoedbeleid regelmatig kritisch aan elkaar af te toetsen.  

Bron: 'Respect voor A. Bestuursakkoord 2013-2018' p. 50. De integrale versie van het akkoord is onder meer hier te vinden. Wellicht verschijnt de tekst eerstdaags ook op de website van de Stad Antwerpen.

 


Op onze website verscheen op 11 november het artikel ‘Verborgen gotiek in de Boterhamstraat?’, over de mogelijke aanwezigheid van een gotisch vormgegeven poort(omlijsting) in de zijgevel van het hoekhuis Boterhamstraat-Falconrui. Jerry Driesen, de auteur van de tekst, werd kort nadien gecontacteerd door de eigenaar van het betrokken pand. De eigenaar, tevens bezieler van het daar gevestigde privémuseum gewijd aan de kunstenaarsfamilie Mortelmans, heeft een hart voor het Antwerps onroerend erfgoed en was bereid om enkele puncties te laten uitvoeren.

Visuele waarnemingen tijdens een plaatsbezoek op 1 december ll. Bevestigden alvast de zestiende-eeuwse of vroeg zeventiende-eeuwse oorsprong van het hoekpand en het naastgelegen pand langs de Falconrui waarmee het thans een visuele en functionele eenheid vormt. De zichtbare balkenlagen met traditionele balksleutels en kraagstenen tussen de eerste en tweede verdieping laten hierover geen twijfel bestaan.
Twee puncties in de gevelbepleistering leverden nog boeiender informatie op. Een eerste punctie aan de noordelijke rechtstand van de vermoedelijke poortomlijsting bracht meteen een stuk natuursteen met een kwartholle profilering aan de dagkant aan het licht. De aanwezigheid van de poortomlijsting werd daarmee bevestigd. Een grotere punctie ter hoogte van de sluitsteen bleek nog opmerkelijker. De ontdekte poortomlijsting is niet enkel bijzonder kloek uitgevoerd, haar sluitsteen is ook voorzien van een verheven schildvormige sculptuur. Het oppervlak van dit schild (ca. H 33 cm X B 30 cm) dient nog verder blootgelegd te worden. Wel werd al duidelijk dat de sluitsteen ooit werd afgevlakt, en dat helaas, maar niet onverwacht, ook alle andere uit het gevelvlak stekende onderdelen waaronder de waterlijsten, afgehouwen zijn. Vermeldenswaardig is ook dat de poortomlijsting werd uitgevoerd in blauwe hardsteen. Bijgevolg kunnen bij verdere blootlegging groevemeestermerken eventueel een exactere datering mogelijk maken.

In afwachting van een verdere blootlegging van de poortomlijsting mag nu al gesproken worden van een opmerkelijke bouwarcheologische vondst. Dat er een relatie bestaat tussen de poort en de onderliggende rui staat buiten kijf. De exacte functie van de vroeger achterliggende ruimte is echter nog niet opgehelderd. Betreft het een toegang tot een loskade, een spuisysteem, een watermolen,…? De imposante afmetingen van de poort (een breedte van 10 voet en een hoogte van 332 cm vanaf het actuele maaiveld) lijken te wijzen op een toegankelijkheid voor paarden en karren. Het schildje in de sluitsteen was mogelijk voorzien van het stadswapen. Zou dit kunnen betekenen dat dergelijke toegangspoorten bij meerdere ruioverbruggingen voorkwamen? In elk geval lijkt deze poort, voor zover bekend, het enige bovengrondse materiële relict te zijn dat nog rechtstreeks met het laatmiddeleeuwse Antwerpse ruiensysteem in verband gebracht kan worden.

Wordt zonder twijfel vervolgd…

(tekst: Jerry Driesen)



(foto links: Petra Maclot, foto rechts: Jerry Driesen)
 

  Website beheerd door QuickerSite